Artikel

Attente plekken in de grote stad

'Waar je gezien wordt'!

Profielfoto van Kenniscommunity Deelmee
18 oktober 2023 | 3 minuten lezen

 LEESTIP

 

Gemeenschappen en buurten

Het gaat tegenwoordig vaak over zorgzame gemeenschappen en buurten. Soms hebben we het dan over de rol van ‘de zorg’, maar veel vaker gaat het over andere zaken. Over kleinere, alledaagse hand en span diensten van buurtgenoten waardoor mensen het beter weten te redden, ook als ze in een meer kwetsbare situatie zitten. Het gaat over een oogje bij elkaar in het zeil houden, en waar nodig een helpende hand bieden. In ons onderzoek noemen we dat alledaagse attentheid. Mogelijk denk je daarbij al snel aan een hechte dorpsgemeenschappen waar de ‘noaberschap’ welig tiert. Maar hoe zit dit in de grote stad? Wat kan deze ‘lichtere’ vorm van zorgzaamheid daar voor buurtbewoners betekenen, en wat is realistisch om er – juist hier – van te verwachten? In verschillende buurten in Amsterdam onderzoeken we daarom bronnen van zulke alledaagse attentheid: wat maakt het dat buurtbewoners signaleren dat de ander een helpende hand nodig heeft, en die helpende hand ook bieden? Maar ook: zijn er manieren om dit een zetje te geven? En welke rol spelen professionals daarbij?

Professionele stempel

Om met die professionals te beginnen: het belang van verbondenheid, ontmoeting en informele steun in de buurt wordt door hen steeds meer onderkent. Vanuit het sociaal domein, maar ook steeds vaker vanuit de zorg. Soms zetten professionals dan ook in op het creëren van ‘attente plekken’ in de buurt: plekken waarvoor je de deur uit gaat, waar je anderen ontmoet, waar je gezien wordt, maar die dus ook bron van steun kunnen zijn. Denk aan de huizen van de wijk, de buurtkamers, of ontmoetingsplekken in de plint van woonzorgcentra. Deze plekken zijn waardevol, zeker voor mensen die al wat kwetsbaarder zijn. Ze bieden vaak een relatief beschermde plek waar mensen terecht kunnen. Maar vaak horen we terug, bijvoorbeeld ook van de oudere buurtbewoners waar zulke plekken zich vaak op richten: ‘die plek is niet voor mij’, of ‘zo ver ben ik nog niet’. Soms zijn het ook niet-meer-zo-mobiele 85-plussers die zeggen: ‘die plek is voor echt oude mensen, niet voor mij’. Het professionele stempel op zo’n plek, of de associatie met zorg, kan dan in de weg zitten.

Verrassende plekken

Juist daarom zoeken we in ons onderzoek ook naar meer verrassende plekken die een bron van ontmoeting en steun kunnen zijn. Plekken die professionals vaak niet in beeld hebben, die bijvoorbeeld een commercieel karakter hebben – een buurtwinkel, of een lokale horecazaak. De afwezigheid van professionals kan juist onderdeel zijn van wat zo’n plek aantrekkelijk maakt. Zo kwamen we in ons onderzoek een bruin café tegen in de Amsterdamse Pijp dat een sociale ‘hotspot’ bleek te zijn voor een flinke groep 80-plussers die elkaar daar ontmoette voor een dagelijkse kop koffie, om samen de krant en het leven door te nemen. Het bleef niet alleen bij ontmoeten: de stamgasten keken naar elkaar om, boden elkaar soms een helpende hand bij tegenslag. In het café was een kleine zorgzame mini-gemeenschap ontstaan.

Van zulke plekken kunnen we leren. Wat maakt het dat mensen elkaar hier weten te vinden? Wat maakt zo’n plek aantrekkelijk – en dan juist voor mensen die mogelijk extra baat hebben bij iemand die een oogje in het zeil houdt of een helpende hand biedt? Hoewel we dus kunnen leren van zulke plekken, zullen ze nooit zomaar een blauwdruk geven voor professionele ambities om zelf zo’n attente plek in te richten – de maakbaarheid van zulke plekken (en de mini-gemeenschappen die daar ontstaan) moeten we niet overschatten. Wel kan het behulpzaam zijn om als professionals zulke plekken beter in beeld te krijgen. Nu blijven ze vaak buiten beeld als er wordt nagedacht over het bouwen aan zorgzame buurten. Soms is dat ook prima – nogmaals: zo’n plek is vaak juist aantrekkelijk omdat er geen professionals rondlopen. Maar toch kan het ook lonen om deze plekken en de mensen daar beter te leren kennen. Mogelijk zijn er manieren om je toch als professional betekenisvol aan zo’n plek te verbinden. Hoe kun je er samen bijvoorbeeld voor zorgen dat een oudere buurtbewoner zijn of haar stamcafé kan blijven bezoeken, ook als deze dat niet meer zelfstandig redt? En bij wie kan de barman aankloppen als deze zich zorgen maakt over één van zijn stamgasten?

Ludo Glimmerveen is programmaleider en onderzoeker bij het Ben Sajet Centrum en daarnaast universitair docent bij de Vrije Universiteit Amsterdam

 

Over dit super actuele onderwerp nemen Ludo en Josje (beiden verbonden aan het Ben Sajet Centrum) ons op 13 november a.s. om 15.00 uur mee in de Webinar 'Attente plekken en betrokken professionals in de grote stad'.                

Doe mee met de discussie

Spreek je uit, deel en inspireer!

Plaats een reactie
0 reacties