Artikel

Het leven van oom S. uit Indonesië

Hij vocht tegen zijn eigen volk voor de Nederlanders

Profielfoto van Jeanny Vreeswijk-Manusiwa
21 oktober 2024 | 4 minuten lezen

Wie de geschiedenis van zijn ouders en/of anderen in zijn omgeving kent, begrijpt niet alleen hen, maar ook zichzelf beter. Vanuit deze vraag zijn de levensverhalen van inwoners van Amersfoort en omstreken opgemaakt met verschillende achtergronden. De intieme en oprechte verhalen van mensen schetsen het alledaagse leven en geven inzicht in hoe cultuur, geschiedenis, trauma’s en veerkracht diep verweven zijn met het gevoel van thuis-zijn en je thuis voelen.

Verhalen benadrukken hoe urgent vraagstukken rondom de zorg vandaag de dag zijn en hoe deze verhalen van waarde kunnen zijn. Van waarde voor mensen met en zonder dementie en met diverse migratiegeschiedenissen. 

  • Hoe kun je aan de hand van gedeelde verhalen verschillende (groepen) ouderen met een migratiegeschiedenis bereiken? Letterlijk en figuurlijk.
  • Hoe kan de opgehaalde ervaring en kennis uit de verhalen van waarde zijn voor jou als beroepskracht of vrijwilliger? 
  • Hoe kunnen we het delen van verhalen structureel in de organisatie inzetten?

We houden onze ouderen het liefste zo lang mogelijk thuis. Maar helaas kan dat niet altijd. Cultuurverschillen en taalbarrières mogen geen invloed hebben op welzijn en kwaliteit van leven. Hoe belangrijk is dan cultuurspecifieke zorg?
 

Mijn naam is oom S., ik ben 68 jaar en ik heb Indische roots. De Indo is een afkorting van Indo-Europeaan en is iemand van gemengd Europees inlandse afstamming. Men had de Nederlandse nationaliteit in voormalig Nederlands-Indië. Wij werden inlanders genoemd in de oude koloniale samenleving. Wij vonden dat de Indo’s ons inlanders niet begrepen en heel andere humor hadden.

Mijn leven in voormalig Nederlands Indië

Mijn moeder en vader zijn Soedanezen van het eiland Java. Mijn ouders verplaatsten zich steeds van eiland naar eiland. Net waar de opdracht was om te vechten voor de Nederlanders. Het hele gezin moest mee en trok van kazerne naar kazerne. Het werk van mijn vader was vechten als soldaat. Hij vocht onder de Nederlandse vlag. Hij vocht tegen zijn eigen volk voor de Nederlanders. Nederland vocht in een koloniale oorlog tegen voormalig Nederlands Indië. Zij wilden onafhankelijk zijn en Nederland wilde dat niet. 

Mijn vader en stiefvader hebben voor Nederland gekozen. Dat wilden zij al toen ze nog kinderen waren. Zij waren daar behoorlijk fanatiek in.

Mensen werden gevangen genomen en opgesloten in kampen. De kinderen werden ook gevangen genomen door de Japanners. Opa S. heeft in het kamp voor de kinderen gezorgd. De kinderen en de ouders waren niet altijd samen. In het kamp zaten ook Nederlanders die gevangen waren genomen door Indonesiërs. Dan zit je tussen de Indonesiërs die jou haten want je vecht voor de Nederlanders en de Japanners. Van beide kanten voel je de haat. Mijn broer miste zijn vader heel erg. Van elke militair dacht hij dat deze zijn vader was.

Mijn leven in Nederland

Ik ben wel hier in Nederland geboren en het was hier veilig en stabiel, maar ik zoek nog steeds naar mijn roots. Samen met duizenden anderen heb ik hier een tik van meegekregen. We zijn allemaal getraumatiseerd. Als kind werd je afgestraft door je ouders en je mocht niets van twee kanten. Niet van de regering en niet van je ouders. Je ziet je ouders huilen. Je bent groot geworden met de haat en het verdriet van je ouders. Ik miste mijn vader. Ik weet niet waaraan hij is gestorven. Alles is vaag. Ik was nog een baby.

En zo kwamen we terecht in Valkenburg. We woonden in de flat in Brunssum waar de moeilijke gevallen zaten. We werden nagejaagd door Nederlandse mensen. Ze trokken strepen tot waar we mochten komen. Ze hebben ook honden op ons afgestuurd. We waren arm, hadden weinig te eten en kregen 6 gulden van de regering. Het hele gezin moest daarvan leven We waren stateloos ondanks dat we gevochten hebben voor Nederland. Wij beschermden als broers en zussen elkaar altijd en we bleven bij elkaar en woonden later naast elkaar. Acceptatie was heel moeilijk.

Ik mocht op sommige plekken niet naar binnen want ik ben gekleurd. Dat schrok af in die tijd en daarom werd ik bij sollicitaties dus ook afgewezen. En zo stapelt het zich op. En als je dat allemaal meemaakt en ook het verdriet van je ouders ziet dan is het leven moeilijk. Sommige mensen lachen het weg. Zij hebben moeite om een relatie te beginnen. We blijven samen met de familie. We zijn altijd samengebleven en hebben veiligheid gezocht bij elkaar.

Je speelt in een Indische band maar zodra er Nederlanders bij komen blokkeer ik. Er zweeft iets in mijn hoofd en dat gaat er niet meer uit. Je hebt gezien hoe verdrietig je ouders zijn. En ze waren alleen gelukkig met de mededeling dat ze ooit terug konden naar hun land, maar dat is er nooit meer van gekomen.

Ook was het een mooie tijd in Nederland. Ik heb ook nog wel mooie herinneringen aan Nederland. Mijn broer en zus die in Nederland zijn geboren zijn meer Nederlands. Daarom verschillen wij soms van mening. Het onderwerp Indonesië ligt heel gevoelig. Mijn broer heeft ook een Nederlandse relatie en is dus meer op Nederlanders gericht . Wij hebben dat niet. Wij leven meer Indonesisch. Iedereen is welkom.

Geen afspraak. Wij eten wanneer we honger hebben. Teruggaan is er nooit meer van gekomen. Nederlands Indië bestond niet meer. Het werd de Republiek Indonesië onder Soekarno en toen mocht je niet meer met je privileges daar leven.

Nieuwsgierig?

Gezien de grote sociale, culturele en maatschappelijke veranderingen biedt cultuursensitief werken nieuwe perspectieven en is één van de belangrijkste oplossingen op deze veranderingen. Sluit aan, praat mee en registreer je bij het (gratis) Webinar Cultuur sensitieve zorg: méér nodig dan intenties en hoor hoe Jos Artz, Arja de Vries, Rianne Burgers samen met mij kennis delen over Cultuursensief werken in de zorg. 

Doe mee met de discussie

Spreek je uit, deel en inspireer!

Plaats een reactie
0 reacties