Spreek je uit, deel en inspireer!
Print blogartikel
LEESTIP
Een voorheen keurige vrouw scheldt de zorgmedewerkers de hele dag de huid vol. Een oneindige stroom aan lelijke woorden die ze eerder in haar leven nooit in de mond heeft genomen. Wanneer er toenadering wordt gezocht door iemand van de zorg scheldt ze dat het een lieve lust is.
Het is voor naasten vaak een verschrikkelijke ervaring.
Waar komt al deze boosheid met bijbehorende woorden vandaan?
š§ Dit komt omdat het bovenbrein van iemand met dementie beschadigd is. Anneke van der Plaats deed hier uitgebreid onderzoek naar. Ieder mens heeft een boven- en onderbrein. Het onderbrein is ons emotionele brein. Vanuit het onderbrein reageren we impulsief en reflexmatig. Hier zit ook de amandelkern, ook wel angstkern genoemd. Dreigt er gevaar, dan slaat de angstkern aan.
Het bovenbrein is het denkende brein. Het zorgt er oa voor dat we kunnen plannen, reflecteren en weten hoe ons te gedragen.
Ons bovenbrein houdt ons onderbrein in bedwang. Zou dat niet gebeuren dan zeggen we gelijk wat we denken en doen we het eerste wat in ons opkomt. Jij denkt misschien dat die vrouw op straat een lelijke jurk aan heeft, maar je bovenbrein zorgt ervoor dat je dat niet zegt.
En als je in het donker op straat loopt en er loopt een onguur type achter je, dan slaat je amandelkern aan, maar zorgt het bovenbrein dat je na kunt denken of je angst terecht is en wat te doen.
Nu kun je je misschien voorstellen wat er gebeurt als het bovenbrein niet meer goed functioneert.
Wanneer iemand zich dan onveilig voelt, omdat ze haar omgeving niet snapt, reageert ze vanuit een reflex. Die reflex is vluchten of vechten. Vluchten lukt vaak niet meer, dus is de eerste reflex vechten. Wil iemand iets van haar wat ze niet snapt? Zijn er te veel prikkels? Onveilig gevoel=amandelkern slaat aan=vechten= schelden of fysieke agressie.
Bij sommige mensen is die amandelkern scherper afgesteld dan bij anderen. Als zij zich snel onveilig voelen, slaat de amandelkern de hele dag aan. Met als gevolg dat ze soms scheldend en vloekend door het leven gaan.
Als kind of partner kun je je heel erg schamen voor je geliefde. Hij of zij was vroeger nooit zo en gebruikte nooit deze woorden. Misschien vind je het ook erg vervelend voor de mensen die je moeder verzorgen. ‘Als ze maar niet denken dat ik ook zo over ze denk’.
Regelmatig zien we compensatiegedrag. De naaste gaat extra aardig doen tegen de verzorgenden, verontschuldigt zich of probeert het gedrag te stoppen.
Bedenk dat jouw persoon met dementie er niks aan kan doen. Het komt door de dementie. Jij bent niet je ouder/partner en niet verantwoordelijk voor zijn/haar gedrag. Zorgmedewerkers weten dat dit bij het ziektebeeld hoort en hopelijk ook hoe ze hiermee om moeten gaan.
Nieuwsgierig naar meer informatie en tips, schuif aan bij de Webinar 'Zeg JA bij dementie!