Mantelzorgen, samenspel en plezier

Donderdag avond even naar mams,

Kopje koffie drinken in het woonzorgcentrum waar zij woont. Samen met andere bewoners kopje koffie in de huiskamer. Gezellig aan de babbel. Zorg kijkt ook even om het hoekje en babbelt ook even mee. Ik hoor dat mams wat verdrietig was vandaag, maar nu is ze weer oké.

De zorg is druk ze staan met een collega minder.

Ik neem mams mee naar haar appartementje, ik pers wat sinaasappels uit, leg een paar hartige hapjes op een schoteltje en geef dit aan haar. Dat vindt zij fijn, en bovenal lekker. Ze dringt aan neem nu zelf ook wat. Dus ik neem ook een plakje worst. We hebben het over haar plantjes, kijken samen even naar de slimste mens. Mams vindt dat die twee ouwe mannen maar eens moeten stoppen met dat werk. De zorg medewerkster komt voor de medicijnen, ik zeg zal ik ze geven en helpt het als ik mams naar bed help?

Als je dat zou willen doen dan is dat zeker fijn.

Ik geef mams haar medicijnen met een schepje appelmoes, mams kijkt hier erg zuur bij. Ik zeg je lijkt wel op die vrouw van het mona toetje. We proberen ieder een gekke snoet te trekken. We schieten beiden in de lach. Dan help ik mams met het uitkleden en doe haar nachtpon aan.

Vroeger deed mams dit voor mij, ik doe dit nu voor haar.

Ik help haar in bed, een nieuw bed, heeft ze vandaag gekregen. Ik vraag of ze lekker ligt. Ja zegt ze ik lig heel lekker. Dan geef ik haar een zoen en zeg dat ik nog even de afwas ga doen. Ze zegt niet te lang meer blijven hoor, jij moet naar huis jij moet ook slapen.

Ik doe het licht uit en zeg nog even truste moeders, slaap lekker ik zie je morgen. Meld bij de zorg dat ze in bed ligt en wens de medewerker een fijne avond. Ik ga met een blij gevoel naar huis.