Spreek je uit, deel en inspireer!
Print blogartikel
Terwijl ik mijn voet vastgrijp, zie ik dat mijn zoon, die autisme heeft, nog naast me staat. Het is niet zo dat de pijn meteen verdwijnt wanneer mijn teen de afrit van de snelweg heeft genomen. Dus ik blijf even staan om op adem te komen.
Na een paar seconden hoor ik mijn zoon: "Uhm, kan ik er nog langs of niet?"
Wat? Kan hij er nog langs? Ziet hij niet wat er net gebeurde?
"Ow, nou, sorry hoor," is mijn ietwat geërgerde reactie. Ik schuif een stukje opzij zodat hij naar de keuken kan lopen.
'In momenten van emotie lijkt mijn zoon zich af te sluiten. Hij denkt alleen aan zichzelf of aan wat hij wilde doen.'Van binnen begrijp ik er niets van. Ik verwacht geen troost van hem, maar dit voelt vreemd. Hij zag het toch? Hij zag toch de pijn die het me deed?
Dit is niet de eerste keer dat iets soortgelijks gebeurt. In momenten van emotie lijkt mijn zoon zich af te sluiten. Hij denkt alleen aan zichzelf of aan wat hij wilde doen. Het gebeurde ook toen ik tegen een deurpost opliep en even over mijn pijnlijke arm wreef. Of toen er iets zwaars op mijn teen viel. (Die tenen van mij hebben het soms zwaar te verduren, maar dat geef ik gewoon de schuld van mijn algehele onhandigheid.)
Ach ja.
Was het dan altijd zo? Nee, zeker niet. Er zijn momenten geweest waarop hij vroeg hoe het met me ging. Of ik verdrietig was toen opa overleed, of dat ik blij was toen juf Roos het podium opliep. Wat maakte dan dat het toen wel gebeurde? Gedeelde emotie. Het was een moment waarin hij zelf ook iets voelde. We hadden een gedeelde emotie in een gedeeld moment.
Toen mijn teen de tafelpoot raakte, was het geen gedeeld moment. We stonden weliswaar dicht bij elkaar, maar ik was bezig met het aanschuiven van de stoel en hij was onderweg naar de keuken. Geen gedeeld moment, dus ook geen gedeelde emotie.
Binnenkort word ik aan mijn hand geopereerd, en een paar weken later aan de andere. Hoe bereid ik mijn zoon hierop voor? Door zijn autisme heeft hij voorbereiding nodig. Maar toen ik vertelde wanneer dit ging gebeuren, kwam er geen reactie, geen emotie. Die kwam pas toen ik uitlegde wat de gevolgen voor hem zouden zijn: ik kan dan bijvoorbeeld zijn boterhammen niet smeren of zijn drinken inschenken. Taken die hij eerder weigerde zelf te leren. Verbazing en paniek verschenen op zijn gezicht. "Maar hoe kan ik dan eten?"
"Nou," zei ik, "door nu alvast te oefenen. Dan kun je straks zelf je eten en drinken klaarmaken."
En dat was het startsein voor een gemotiveerde jongen die leerde om zelf zijn eten en drinken klaar te maken. Een win-winsituatie: meer zelfstandigheid voor hem en een zorg minder voor mij na de operatie.
Dus, geen hard feelings als je je kleine teen stoot. Verwacht geen interesse of troostende woorden. Maar ik kijk wel naar een kanjer van een zoon, die steeds zelfstandiger wordt.
Laura Rooijackers, 34 jaar, schrijft over het leven in haar gezin. Ze is getrouwd en heeft een zoon van 7 jaar met autisme en PTSS en een dochter van 4 jaar oud. Vanuit haar zorgachtergrond heeft ze met diverse doelgroepen gewerkt. Maar zorgen voor een cliënt of voor je zoon, dat is echt andere koek. En dit is haar wel duidelijk: het gezinsleven is mooi, intensief, nooit saai en geeft een schat aan herinneringen en ervaringen. En daar schrijft ze over op Deelmee!