Spreek je uit, deel en inspireer!
Print blogartikel
Aart de Groot leeft alleen, sinds zijn vrouw zeventien jaar geleden overleed. Maar hij redt zich prima, ondanks zijn broze gezondheid. En dat digitale contact? Ideaal, vindt Aart. ‘Met mijn schoonfamilie heb ik zelfs via Zoom sinterklaas gevierd!’
Aart (70): ‘Ik woon alleen. Mijn vrouw is zeventien jaar geleden overleden, aan botkanker. Vijftig is ze geworden. Later heb ik nog even een vriendin gekregen, maar zij is ook aan kanker overleden. Over mijzelf zeiden ze tien jaar geleden ook dat mijn tijd gekomen was, vanwege blaaskanker en longkanker. Inmiddels zijn de vooruitzichten een stuk gunstiger, er wordt geen prognose meer op geplakt. Ik voel me goed, alleen mijn conditie is slecht.’
'Mijn buren hebben me zelfs weleens midden in de nacht naar het ziekenhuis gebracht'‘Zeker toen de kinderen nog klein waren, was mijn vrouw altijd thuis. Via de kinderen ontwikkelde ze allerlei contacten, hier in Geldermalsen. In de meeste huwelijken verzorgt de vrouw de sociale contacten, dat was bij ons ook het geval. Met mijn vrouw vielen ook die sociale contacten weg, dus moest ik het zelf oppakken. Op sociaal vlak is het wel een stuk rustiger geworden sinds mijn vrouw er niet meer is. Zeker nu, tijdens de coronacrisis. We kunnen niet meer bij elkaar op bezoek. Ik ben lid van een bridgevereniging, maar het bridgen gaat nu via de pc. Dat is veel minder leuk. De sociale contacten vormden een belangrijk onderdeel van de bridgeavonden, maar via de pc blijft daar niets van over; er is geen chatfunctie. Maar doorgaans vind ik digitaal contact ideaal. Ik videobel met familie, maar ook met vrienden uit Rusland en Nieuw-Zeeland, dat gaat perfect. Met mijn schoonfamilie heb ik zelfs via Zoom sinterklaas gevierd!’
‘In de buurt spreek ik nog weleens mensen. Ze komen zelfs bij mij kijken, om te vragen of ik nog wat nodig heb uit de winkel. Maar vanwege mijn broze gezondheid laat ik sinds corona mijn boodschappen bezorgen, dus dat is niet nodig. De keerzijde is dat ik dus ook niemand in de supermarkt ontmoet om een praatje mee te maken. Verder heb ik een vrij grote schoonfamilie met wie ik met name via videobellen contact heb. Ook mijn drie kinderen spreek ik nog geregeld, en dat gaat dan niet helemaal volgens de regels, hoor… Mijn dochter vraagt weleens of ik eenzaam ben, maar dat ben ik niet. Ik ben alleen, maar niet eenzaam, ik lijd niet onder het alleen zijn. Dat weinige contact is jammer, maar zonder gaat het ook wel.’
‘Toen mijn ouders zeiden dat ze het druk hadden nadat ze met pensioen waren gegaan, kon ik me dat niet voorstellen. Inmiddels wel; ik ben druk met m’n aquarium, pc, tv, ik kijk films en doe het huishouden. Als je dat allemaal uitsmeert, is je week redelijk gevuld.
Hulp van buiten heb ik niet nodig, ik red me redelijk. Wel komt er eens in de veertien dagen een dame de boel schoonmaken, de rest doe ik zelf. Toen ik tien jaar geleden ernstig ziek was en hulp van de gemeente vroeg, zeiden ze: je hebt familie, kinderen, bent lid van een vereniging – wij gaan je niet helpen. Dat vond ik destijds niet zo meelevend. Ik heb toen toch wat meer hulp van buren gevraagd, bijvoorbeeld als ik plots opgenomen moest worden. Ze hebben me zelfs weleens midden in de nacht naar het ziekenhuis gebracht. Nu spreek ik mijn buren alleen nog aan de deur.’
‘Ik leef al tien jaar langer dan de medici dachten, dus ik ben niet zo bang voor besmetting. Niettemin neem ik het vaccin met beide handen aan, zodra ik aan de beurt ben; mijn gezondheid is natuurlijk teer. Ik kijk ernaar uit dat de lockdown voorbij is. Wat ik dan als eerste ga doen? Bridgen!’