Artikel

In het verpleeghuis heerst nog koudwatervrees

Profielfoto van Kenniscommunity Deelmee
18 september 2024 | 7 minuten lezen

Ruben Post schrijft op LinkedIn over het artikel "In het Verpleeghuis Heerst Nog Koudwatervrees" dat het door het interview met Maria Grijpma licht werpt op de complexiteit rondom euthanasie in verpleeghuizen. Ondanks een lichte stijging van het aantal uitvoeringen, blijft er veel weerstand, vooral onder zorgverleners. Maria Grijpma vertelt dat de sfeer veranderde toen de euthanasiedatum van haar vader bekend werd: verzorgers trokken zich terug en werden afstandelijk. Gelukkig bood de voormalige huisarts van haar vader de nodige steun. 
Het artikel benadrukt dat euthanasie, hoewel een wettelijk recht, nog niet breed wordt geaccepteerd in verpleeghuizen. De terughoudendheid bij verzorgers toont aan dat er meer open dialoog nodig is. Ouderengeneeskundige specialisten spelen wel een steeds grotere rol, wat hoop biedt voor een meer mensgerichte aanpak.

Deze gevoeligheden vragen om meer begrip en empathie binnen de zorg, waarbij de wensen van de patiënt altijd centraal moeten staan.

-0-

In verpleeghuizen is euthanasie geen gemeengoed, al stijgt het aantal uitvoeringen licht en worden ze steeds vaker door specialisten ouderengeneeskunde uitgevoerd. Er is nog veel weerstand. ‘De verzorgers werden afstandelijk toen de datum bekend werd’, vertelt Maria Grijpma. De voormalige huisarts van haar vader bood uitkomst. • Marloes Elings

Jan Lourens Grijpma

Maria Grijpma is de oudste dochter van Jan Lourens Grijpma. Een avontuurlijke, maar ook moeilijke man. Eentje met wie ze pas een goede band krijgt als haar moeder in 2013 overlijdt. ‘Mijn ouders waren altijd samen. Eigenlijk was er helemaal geen ruimte voor hun twee kinderen. En mijn vader had asperger. Thuis was er altijd spanning. Een paar jaar geleden zei hij opeens: ‘’Ik heb er spijt van dat er vroeger geen vrede in ons huis was.” Dat vond ik heel groots. Mijn moeder heeft dat nooit kunnen zeggen.’

‘Mijn vader had al een euthanasieverzoek toen mijn moeder overleed, maar na haar dood wilde hij alles helemaal goed regelen. Hij was een heel punctuele man. Alles moest kloppen.’ Maria Grijpma heeft vier geprinte euthanasieverzoeken op haar eettafel liggen. ‘In 2015 heeft mijn vader het verzoek aangepast en in 2018, 2021 en 2023 deed hij dat opnieuw.’

In het euthanasieverzoek van 2015 staat duidelijk dat hij nooit naar een verpleeghuis wil. ‘Ik ben 83 jaar’, schrijft Jan Lourens Grijpma dan. ‘Mijn vrouw is twee jaar geleden overleden. Ik wil eigenlijk niet ouder worden dan 85. Het is genoeg geweest. Ik woon nog zelfstandig, maar wil absoluut niet eindigen in een verzorgings- of verpleegtehuis.’ Daarna somt hij op wat hij allemaal niet wil. Toch belandt hij drie jaar later in een verpleeghuis.

‘Ik kende zijn euthanasiewens’, vertelt huisarts Nora Janning. ‘Die wens kwam hij jaarlijks bevestigen. Toen hij zó slecht werd dat hij niet meer thuis kon wonen, heb ik hem tóch geadviseerd naar een verpleeghuis te gaan. Ik had het idee dat hij daar een prettiger leven zou krijgen, omdat hij daar mensen om zich heen zou hebben. Mijnheer Grijpma vroeg onmiddellijk: “Kan ik nog wel euthanasie krijgen als ik daar zit?” Een goeie vraag, want je weet vooraf niet of je in een verpleeghuis terechtkomt waar euthanasie mogelijk is. En of daar specialisten ouderenzorg zijn die euthanasie willen uitvoeren. Daarop heb ik hem gezegd dat ik hem zou blijven volgen en hem zou begeleiden in zijn euthanasiewens. Ook al was ik niet langer zijn huisarts.’

Geweldige tijd

Maria Grijpma en haar jongere zus vertrouwen volledig op Nora Janning. Zij zien ook dat hun vader vereenzaamt. ‘Mijn vader heeft een geweldige tijd in het verpleeghuis gehad. De geestelijk verzorger daar had iedere week een gespreksgroep waar hij van genoot. En hij kon, ondanks de beginnende alzheimer, gaan en staan waar hij wilde.’ 

Tijdens de intake in het verpleeghuis brengt Maria Grijpma onmiddellijk het euthanasieverzoek van haar vader ter sprake. ‘Daar wilden de aanwezigen bij het multidisciplinaire overleg niets van horen. Hun gezichten gingen meteen op slot’, vertelt ze. ‘Ze stopten zijn verklaring in het dossier en dat was het.’

Die defensieve reactie lijkt niet ongewoon in de verpleeghuis­wereld. Via branchevereniging Actiz krijg ik de namen van vijf zorgorganisaties die samen de grootste spelers zijn in dit werkveld. Alle vijf benader ik ze met de vraag of zij een euthanasiebeleid hebben en als ze dat hebben, wie degene is die op een euthanasieverzoek ingaat. Espria en Laurens geven geen sjoege. Ook niet na meerdere pogingen om antwoord op mijn vragen te krijgen. Een woordvoerder van Amstelring verwijst mij eerst naar Actiz en laat een paar dagen later weten dat Amstelring werkt volgens de richtlijnen van de KNMG en niet wegloopt voor euthanasie. ‘Al communiceren wij daar niet over op onze website.’

Careyn en de Zorgroep reageren pas weken later. De eerste zorgorganisatie zegt heel zorgvuldig om te gaan met euthanasieverzoeken, maar geeft geen antwoord op de vraag hoe dat dan gaat en hoe vaak dat gebeurt. Rogier van Deijck, specialist ouderengeneeskunde bij De Zorgroep, laat weten dat er binnen zijn organisatie een zorgprotocol is zodat medewerkers weten wat zij moeten doen bij een euthanasieverzoek. Zelf voert Van Deijck hoogstens één euthanasie per twee jaar uit. Zo gaat dat ook in andere verpleeghuizen, meldt de specialist ouderengeneeskunde van zorginstelling Amsta. ‘Euthanasie verlenen aan mensen in het verpleeghuis is complex.’

Grotere vraag

De bestuurder van Expertisecentrum Euthanasie, Sonja Kersten, vertelt dat er soms koudwatervrees is bij verpleeghuizen en specialisten ouderengeneeskunde. ‘Al zien we de laatste jaren gelukkig ook een steeds grotere vraag naar onze scholingen en consulenten. Het expertisecentrum wordt ook steeds vaker uitgenodigd voor presentaties over euthanasiezorg. We zien bovendien dat er verpleeghuizen zijn die zelf een expertiseteam euthanasie in huis hebben. Maar er zijn ook verpleeghuizen die bijvoorbeeld vanuit religieuze overwegingen euthanasie buiten de deur willen houden. Dat betekent dat een patiënt met een euthanasieverzoek soms moet verhuizen naar een plek waar euthanasie wel mogelijk is. Nogal intens voor iemand in zijn of haar laatste levensfase.’

‘Ik heb het idee dat euthanasie in verpleeghuizen tegenwoordig vaker wordt gevraagd en vaker wordt besproken’, reageert Jacqueline de Groot, voorzitter van Verenso, de vereniging van specialisten ouderengeneeskunde. Op het laatste congres van de vereniging was euthanasie een belangrijk thema. De Groot vertelt dat dit in verpleeghuizen ‘vaak heel ingewikkeld is’. ‘Mensen komen tegenwoordig pas in een verpleeghuis terecht als ze er slecht aan toe zijn. De helft van alle opnames is een crisisopname. Mensen zijn niet altijd meer wilsbekwaam. Dat maakt dat euthanasieverzoeken ook ingewikkelder worden.’

ZonMw, een organisatie die innovatie en onderzoek in de gezondheidszorg programmeert en financiert, heeft in 2020 onderzocht hoe er wordt gedacht over euthanasie bij vergevorderde dementie. Uit dat onderzoek wordt duidelijk dat specialisten ouderengeneeskunde een stuk terughoudender zijn dan andere collega’s en ook patiënten. Zo vindt 60 procent van alle Nederlanders dat euthanasie mogelijk moet zijn als iemand vergevorderde dementie heeft. Bijna een kwart van alle huisartsen denkt er ook zo over. Slechts 8 procent van de specialisten ouderengeneeskunde vindt dat euthanasie bij vergevorderde dementie mogelijk moet zijn. 

Opbloeien

In de woonkeuken van Maria Grijpma in het Brabantse Waalre ligt de rouwkaart van haar vader op tafel. Ze laat foto’s zien van haar ouders in hun jonge jaren en vertelt dat ze genoten heeft van de laatste jaren die ze met haar vader heeft doorgebracht. ‘Na de dood van mijn moeder gingen we samen ieder jaar naar Texel. Heerlijk was dat.’

Grijpma ziet dat haar vader in het verpleeghuis helemaal opbloeit. Zijn huisarts komt geregeld langs. Niet voor de gewone medische zorg, die wordt uitgevoerd door de specialist ouderengeneeskunde van het verpleeghuis, maar om te checken hoe het met haar voormalige patiënt gaat. Janning: ‘Mijn vader woonde in een verpleeghuis in de buurt. Als ik bij hem langsging, ging ik ook even bij mijnheer Grijpma kijken. Ik vond dat ik dat moest doen. Hij had zijn eigen levenseinde zo goed georkestreerd en ik was degene die vond dat hij eerst een verpleeghuis moest proberen. Dus ik voelde mij verantwoordelijk. Maar als hij buiten Amsterdam was gaan wonen, dan had ik het niet gedaan.’

Jan Lourens Grijpma valt eind 2022, wanneer hij een mooie stropdas wil pakken voor het kerstdiner. Vanaf dat moment gaat hij achteruit. ‘Mijn vader raakte in paniek. Hij kon niet meer zelfstandig lopen en werd chagrijnig en boos. De huisarts kwam langs om met hem te praten over zijn euthanasieverzoek. Maar dat noemde hij ‘iets van vroeger waar hij nu niet meer aan deed’. De huisarts belde mij en zei: “We raken hem kwijt. Op basis van de wilsverklaring kan het, maar als hij niet meer zelf kan zeggen dat hij euthanasie wil, heb ik er te veel moeite mee hem te helpen.” Mijn zus en ik zijn toen geluidsopnames gaan maken en met hem gaan praten. Hij vond het diep tragisch dat hij in de war raakte en ging zowel met zijn huisarts als de dominee in gesprek over zijn euthanasie. De zin die de hele tijd bij hem bleef hangen, was: ‘’Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. Het is genoeg geweest.”’ 

‘Mijnheer Grijpma ging fysiek erg achteruit’, vertelt huisarts Janning. ‘Hij kon nergens meer van genieten. En kwam uiteindelijk met het euthanasieverzoek. Ik heb eerst gevraagd of de specialist ouderengeneeskunde de euthanasie wilde uitvoeren. Maar die was nog in opleiding en zou een week later naar een andere plek vertrekken. Zij kon dus niets betekenen. Wel was zij, en ook de begeleidende specialist ouderengeneeskunde, akkoord dat ik de euthanasie zou uitvoeren.’

Dat kostte Janning veel tijd. ‘Ik kon de euthanatica niet bij mijn eigen apotheek bestellen, dat moest  via de apotheek die verbonden was aan het verpleeghuis; een heel grote en dan gaat alles over meer schijven. Dat maakte het ingewikkelder en kostte energie. Er was toch al extra rompslomp om  überhaupt iets vergoed te krijgen. De zorgverzekeraar wilde mijn declaratie namelijk niet betalen. Ik moest die maar bij het verpleeghuis indienen. Geen idee of ik daar iets van terugzie. Allemaal gedoe. Het was fijner geweest als de specialist ouderengeneeskunde deze euthanasie had uitgevoerd. Mijnheer Grijpma woonde namelijk al vierenhalf jaar in het verpleeghuis.’

Kribbig

In het verpleeghuis wordt de sfeer kribbig als duidelijk wordt wanneer Jan Lourens Grijpma euthanasie gaat krijgen. Zijn dochter, zelf verpleegkundige, snapt het wel. ‘Ze wilden hem niet kwijt. Hij was een van hun liefste en makkelijkste patiënten. Daarom ben ik op ze af gestapt en heb ik gezegd dat ik zag dat ze het moeilijk hadden en dat ik graag wilde uitleggen waarom mijn vader euthanasie wilde. Ook de geestelijk verzorgster is met hen gaan praten.’ Die aanpak werkte. In de laatste weken voor de dood van Grijpma was alle frictie uit de lucht. ‘De verzorgers waren geweldig die laatste weken.’

Na de dood van Grijpma komen zijn dochters zijn kamer leeghalen. Op de gang wordt Maria aangeklampt door andere bewoners. ‘Zij wilden weten wat er was gebeurd. Hoe euthanasie werkt en waar ze informatie konden krijgen. Ik zou ze dolgraag willen helpen en voorlichting willen geven. Want blijkbaar hebben ze geen idee. Maar als je pas over euthanasie gaat nadenken als de dood op je deur klopt, dan ben je te laat. Veel te laat.’ Zelf heeft de 65-jarige sinds vorig jaar - net zo nauwgezet als haar vader - haar euthanasieverzoek vastgelegd. ‘Binnenkort ga ik weer langs de huisarts om mijn verzoek te bevestigen. Ik weet hoe belangrijk dat is.’•

FOTO’s: vincent van den hoogen

Doe mee met de discussie

Spreek je uit, deel en inspireer!

Plaats een reactie
0 reacties